Interview met Mark Post
Mark Post, de man achter ‘s werelds eerste kweekvlees hamburger, heeft een totale transformatie voor ogen van de manier waarop we vlees produceren. “Mijn doel is de hele veestapel vervangen met kweekvlees,” zegt hij. “Mijn droom is dat McDonalds mij op een gegeven moment zal benaderen met de vraag voortaan alle hamburgers te produceren, overal ter wereld.” Met het kweken van vlees in een laboratorium, beginnend met stamcellen en eindigend met volgroeid spierweefsel, hoopt Post vlees te maken dat goedkoper, gezonder én duurzamer is dan het origineel.
In Post’s kantoor, dat nog is versierd met de ballonnen van een recente onderscheiding discussiëren we over zijn planen voor in vitro vlees. Post gelooft dat we getuige zijn van de laatste dagen van de industriële intensieve veehouderij. “Er is geen toekomst voor traditioneel vlees,” benadrukt hij, “en het einde kan niet snel genoeg komen. De veestapel is verantwoordelijk voor 15% van de uitstoot van broeikasgassen, een percentage dat gelijk lijkt te groeien met de middenklasse op de wereld. Het houden van dieren voor vlees is een gigantische verspilling van eetbare granen, bebouwbare grond en schoon water, en dan heb ik het nog niet eens over de ziektes die via dieren verspreid worden naar de menselijke bevolking.” Het waren echter niet deze bezwaren die de burger van €250,000 mogelijk maakten, maar een zeer welgestelde en beroemde dierenliefhebber. Sergey Brin, de medeoprichter van Google en mysterieuze investeerder in Post’s onderzoek, wordt sterk
Binnen vijf tot 6 jaar zal een kilo kweekvlees rond de 65 euro kosten
Kweekvlees wordt vaak beschreven als ‘revolutionair’ en ‘baanbrekend’ maar is eigenlijk een slimme herverpakking van bestaande technologieën: het biotechnologische equivalent van de iPhone. Vanwege Brin’s ongeduld met het lage tempo van wetenschappelijk onderzoek op universiteiten heeft hij Post en zijn team opdracht gegeven om alleen te werken. Post benadert deze resultaatgerichtheid vanuit een filosofisch oogpunt: “Als we in staat zijn lelijke technologie te veranderen in elegante en bruikbare technologie voor planeet en mens, dan ben ik dik tevreden.”
Mocht de technologie van Post commercieel interessant worden, dan zal het één van de meest fundamentele veranderingen betekenen voor de manier waarop we tegen vlees aankijken. Vanaf het moment dat onze voorouders dieren zijn gaan houden is onze trek in vlees bepalend geweest in onze evolutie en vooral in de laatste paar eeuwen heeft dit de aanblik van onze
planeet drastisch veranderd. Toch wijst Post onze 2-miljoenjaar- oude liefdesverhouding met vlees af. Met een uitspraak die wellicht scepsis van boeren en hamburger etende hipsters oproept, zegt hij: “We halen geen geluk uit het eten van vlees. We halen er geen bijzondere voedende waarde uit. Het zijn hoofdzakelijk de smaak, de kleur, de structuur en de emotie die met het eten van vlees gepaard gaan. Ik denk dat we uiteindelijk vlees helemaal kunnen scheiden van de traditionele vorm.” Als het aan Post ligt, schudden onze achter achterkleinkinderen hun hoofd om onze barbaarse manier van vlees eten, op dezelfde manier waarop wij nu huiveren bij het idee van een aderlating of het offeren van een mens.
Als het aan Post ligt, schudden onze achter achterkleinkinderen hun hoofd om onze barbaarse manier van vlees eten
Maar om succesvol vlees te kunnen scheiden van zijn dierlijke vorm zal het toch identiek moeten zijn aan echt vlees. Post stelt onvermurwbaar dat kweekvlees niet alleen niet mag verschillen van gewoon vlees, maar dat het ook inherent natuurlijk is, of in ieder geval, niet minder natuurlijk dan al het andere dat we eten. Om een vergelijking te maken noemt hij het verschil tussen ambachtelijke kaas en het massaproduct dat we in de supermarkt kopen. Het laatste is gemaakt van gehomogeniseerde poedermelk van honderden koeien. Fabriekskaas kan dus nauwelijks méér verschillen van het kleinschalige product van een boerenmarkt. Toch lijkt supermarktkaas op kaas, het ruikt als kaas en smaakt naar kaas, we vinden het dus prima om het kaas te noemen. Zoals het voor kaas geldt, geldt het ook voor kweekvlees. “Ik wil dat het precies hetzelfde product is als het stukje vlees dat van dieren komt. Dan heb ik alle reden om het ‘vlees’ te noemen. Hoe onnatuurlijk is dat dan?”
Een van zijn volgende projecten is de lam-tonijnbiefstuk
De eigen eetgewoonten van Post zijn een bron van informatie voor de voorkeuren van consumenten in het algemeen, en hun houding ten opzichte van kweekvlees. Ook hij eet broodjes met ham en kaas, er ligt zelfs een op zijn bureau. Maar hij verlangt naar variatie. “Mensen gaan voor saai,” zegt hij, “iets dat reproduceerbaar is, ze willen weten wat ze kopen.” “Maar,” gaat hij verder, “onze behoefte aan voorspelbaarheid wordt in toom gehouden door onze liefde voor nieuwe dingen: nieuw voedsel, nieuwe kleren, nieuwe ideeën.”De eerste slag die kweekvlees kan slaan is op het gebied van het verwerkte vlees. Het wordt gemaakt van afgedankt vlees van karkassen van koeien die een kort en ellendig leven hebben gehad. Er kleeft weinig culinaire of culturele waarde aan een fabrieksburger. “Vijftig procent van de vleesmarkt bestaat uit reeds verwerkt vlees,” zegt Post. “We kunnen een grote stap maken als we juist dát deel van de industrie kunnen omvormen.”
Verwerkt vlees is de eerste, maar zeker niet de enige categorie die kweekvlees kan vervangen. Post werkt momenteel aan een biefstuk met een veel complexere structuur, die hij wil maken met vet, spierweefsel en een 3D printer. Terwijl Post de biefstuk aanvankelijk te ambitieus vond, vindt hij dat een kweekbiefstuk een veel sterker argument vormt voor de voordelen van kweekvlees dan een hamburger. Een hamburger bestaat uit afvalvlees, terwijl een biefstuk de puurste vorm van vlees is. In plaats van de kliekjes te vervangen, wil Post nu het echte werk namaken.
De voordelen van kweekvlees zijn zo overduidelijk, maar tegelijkertijd het minst interessant. In plaats van te kijken naar wat kweekvlees niet doet — vervuilen, dieren laten lijden, is het misschien nog meer zaak om nieuwe producten te bedenken die kweekvlees mogelijk maakt. Alhoewel hij met zijn burgers en biefstukken niets liever dan de markt op wil, fantaseert Post over aan een aantal veel minder voor de hand liggende ideeën. “Ik heb beelden in mijn hoofd van hybride dieren die half flamingo, half giraf zijn, van een Minotaurus (half mens, half stier), of een lam met een konijnenhoofd,” vertelt hij. Hij wijdt verder uit over een van zijn volgende projecten, de lam-tonijnbiefstuk. Met het mixen van stamcellen van verschillende dieren zou het mogelijk zijn om daadwerkelijk hybride spierweefsel te creëren – een Frankenstein-achtige uitvinding, zonder dat daar genetische modificatie voor nodig is. Post noemt de mogelijkheid van een ‘cholesterolverlagende burger op doktersrecept’, en het kweken van tijgerweefsel voor traditionele Chinese medicijnen — maar hij wil zich afzijdig houden van toepassingen die geen wetenschappelijke basis hebben.
Aan het einde van het interview opent Post een la en pakt daaruit een hard, gedroogd object dat op een hockey puck lijkt. Deze bruine klomp is ‘s werelds tweede kweekvlees hamburger, die Post na zijn grote debuut in Londen heeft laten plastificeren voor het nageslacht. “Misschien dat ik het aan een museum ga geven,” zegt Post, “maar ik vraag me af welk museum het wil tentoonstellen.”
Interview Koert van Mensvoort, Alessia Andreotti en Allison Guy